projectbeschrijving : |
Restauratie van het voormalig buitengoed van de paters Dominikanen. |
ligging : |
Kapitteldreef 40, Sint-Martens-Latem |
opdrachtgever : |
prive-opdrachtgever |
oppervlakte : |
600m2 |
kostprijs excl. btw : |
1.000.000,00 € |
ontwerp : | 2014-2015 |
uitvoering : | 2016-2017 |
situering : | Het buitengoed van de Paters Dominikanen is gebouwd in de jaren ’30 van de vorige eeuw, op terreinen geschonken door de familie Gevaert-Minne. Het is een zeer karakteristiek gebouw, onder andere door het ogivaal dak, gelegen in een bosrijke omgeving. Het gebouw is opgenomen in de lijst van te beschermen gebouwen.
Het voormalige buitengoed was tot 2005 eigendom van de gemeente, die het als scoutslokaal gebruikte. Daarna is het overgegaan in prive handen en is er met het gebouw weinig tot niets gebeurd, waardoor het tot zijn huidige, sterk gedegradeerde toestand is gekomen. Het gebouw is uniek omwille van zijn ligging, oorspronkelijke functie en architecturale verschijning. |
concept : | Dankzij zijn unieke locatie, in het beboste Sint-Martens-Latem en nabij het museum Gevaert-Minne heeft dit gebouw heel veel potentiëel. Dit bouwheer wenst met dit project de Latemse Kunst te ondersteunen.
Het gelijkvloers van het gebouw beschikt over enkele zeer donkere ruimtes. Om hierin een aangename woning in onder te brengen worden er binnen het volume van de luifel twee glazen volumes geplaatst, zodat er een betere lichtinval gerealiseerd wordt. Deze glazen volumes organiseren ook het geheel, ze worden de ingang voor de woning en de tentoonstellingsruimte. Door deze ingreep wordt enerzijds het probleem van de beperkte lichtinval opgelost en anderzijds een duidelijke organisatorische structuur aan het gebouw gegeven. De markante structuur van het ogivaal dak wordt in de verf gezet door het verwijderen van de volledige indeling op de verdiepingen. Zo ontstaat een architectuur karaktervolle doch rustige ruimte die gebruikt zal worden om tentoonstellingen in te organiseren. De integratie van de nodige technische installaties binnen dit naakt volume vergt heel wat puzzel- en integratiewerk, zodat de intrinsieke architecturale kwaliteit van het gebouw bewaard blijft. Alle ingegrepen zijn zo gedaan om de eigenheid van het gebouw zo maximaal mogelijk te behouden. Hierbij worden de twee belangrijkste erfgoedwaarden : het globaal uitzicht met ogivaal dak en het interieur van de zolder maximaal in de verf gezet. BRANDVEILIGHEID Het woonggedeelte wordt qua brandveiligheid volledig gecompartimenteerd van de polyvalente verdieping. Er wordt voorzien in een rookdetectiesysteem voor het volledige gebouw.
DUURZAAMHEID Op vlak van duurzaamheid zijn de ingrepen zo gekozen dat er met een maximaal behoud van de karakteristieken van het gebouwen toch een hoogperformant gebouw bekomen wordt. De gebouwschil wordt zo maximaal mogelijk geïsoleerd en luchtdicht gemaakt. Het volledige dak – wat het grootste verlies oppervlak van het gebouw is – wordt geïsoleerd volgens de normen van laag-energiegebouwen, net zoals de vloeren. Om dit te kunnen realiseren met behoud van het karakteristieke uitzicht van de dakstructuur is er gekozen om een sarkingdak te realiseren. De buitenzijde van het dak is daarbij beperkt verhoogd. Langs de binnenzijde is er geopteerd om de wanden langs de binnenzijde te isoleren. Ook de tussenvloer is volledig geïsoleerd. De ramen zijn allemaal voorzien van hoogrendementsbeglazing. Het k-peil van het gebouw bedraagt 48. Er is onderzocht of er gebruikt kan worden van zonnepanelen, zowel voor sanitair warm water als elektriciteit maar de orientatie van het gebouw in combinatie met de zeer bosrijke omgeving maakt dit onmogelijk. De verwarmingswijze is grondig onderzocht. Er is een haalbaarheidsstudie gemaakt voor alternatieve energie en daaruit is gebleken dat dit in de huidige situatie niet opportuun is om met een BEO-veld te werken, enerzijds is de grondsoort hiervoor niet optimaal en anderzijds is het nodige vermogen te beperkt. Er is daarom geopteerd om een warmteverdelingssysteem te voorzien in het gebouw dat gevoed wordt door een condenserende gaswandketel.
Het ventilatiesysteem werkt volledig met warmterecuperatie via een warmtewiel (behoud luchtvochtigheid) en een beperkt warmteverlies. De debieten worden aangepast op basis van CO2 detectie, waardoor de ventilatoren steeds in het optimaalste regime werken. Voor de verlichting is er onderzocht welke eisen er zijn, met daaraan gekoppeld een lichtberekeningsstudie waarin vergeleken wordt op welke verschillende manieren dit bereikt kan worden. Dit wordt dan vergeleken naar vermogen en kostprijs. Uit deze mogelijkheden is in overleg met de bouwheer gekozen om het gebouw met een zo energiezuinige verlichting, in casu LED, te voorzien. De sturingen zijn ofwel met schakelaars ofwel met bewegingsdectectoren.
Het globaal E-peil van het gebouw bedraagt op heden 87. |
Bedrijvencentum De Punt
Published in Slider homepagina
Comments